Huis van de Toekomst

In 1989 had je het Huis van de Toekomst, een project van sterrenkundige en tv-presentator Chriet Titulaer. Je weet wel, die man met die kabouterbaard die met een zwaar Limburgs accent tv-shows als TROS Wondere Wereld presenteerde. Veel cabaretiers staken de draak met Chriet, vanwege zijn voorkomen, zijn accent en deels om de dingen die hij beweerde. Maar dat Chriet een zeer intelligent man was, kan ik inmiddels persoonlijk bevestigen. Ik woon namelijk in het Huis van de Toekomst. 

Het Huis van Chriet zat in 1989 al vol technisch vernuft. Er zat een stofzuigersysteem in en allerlei andere slimme apparaten die hun zaakjes zelf regelden. (Ja hoor, Chriet!) Je kon videotelefoneren met je vrienden en familie. (Doe even normaal!) Energie werd opgewekt door zonnepanelen. (Tuurlijk!) En wonder boven wonder: je kon práten met je huis. Vooral dat werd als iets volstrekt belachelijks ervaren en was toch echt het bewijs dat Chriet niet helemaal spoorde. Dat je tegen je huis zou roepen: ‘Hee huis! Doe de lichten aan!’ En dat de lichten dan aan zouden gaan. Ha! Het idee alleen al!

Mensen houden niet van dingen die hun voorstellingsvermogen te boven gaan. Als je je iets niet voor kunt stellen, dan kán het niet bestaan. Het ligt dan vooral ook niet aan jouw voorstellingsvermogen, maar juist aan die ander die gewoon te veel fantasie heeft.

Gelukkig zijn er altijd mensen die, net als Chriet, voorbij de status quo durven te denken. Die niet het bestaande systeem volgen, maar die het systeem bevragen en er iets beters van willen maken. Mijn vriend is zo’n mens. Waar ik me flexibel aanpas aan de omgeving (althans, dat dénk ik dan), past hij de omgeving aan aan zijn ideeën over de omgeving. Waar het beter kan, moet het ook beter.

Ons nieuwe huis is hier een goed voorbeeld van. Waar ik denk: ‘lichtknoppen, daar is toch niks mis mee, die kun je lekker aan en uit doen’, heeft mijn vriend al lang en breed een heel lichtsysteem georganiseerd met lampen die vanzelf aan en uit gaan, die weten of het ochtend of avond is en die zelfs kunnen functioneren als discolampen. Wat vaker van pas komt dan je zou denken. Als hij wat anders wil, dan zegt mijn vriend: ‘Hee Siri, maak alle lampen rood.’ En ja hoor.

Hij zegt ook: ‘Siri, volgende nummer!’ En dan hebben we andere muziek. Of: ‘hee Siri, zet de gashaard aan.’ Bam, een sfeervuurtje in de huiskamer. We hebben een robotstofzuiger die op eigen houtje dagelijks de woonkamer zuigt. Een tv die met een lift uit een kast komt en die je moet bedienen via de wifi, want kabels zijn uit den boze. Alles werkt via wifi. Behalve onze dochter en ik, maar het is de vraag hoe lang dat nog duurt.

Mijn voorstellingsvermogen op techniekgebied is enorm uitgerekt sinds wij een relatie hebben. Waar ik aan het begin nog dacht: ‘Wat? Geen cd-speler meer in huis?’ denk ik nu: ‘een kattenluik op wifi? Ja joh, klinkt prima.’ Dat is heel wat voor een primitieveling zoals ik. Zonder mijn vriend had ik waarschijnlijk nog een Nokia-ringtone gehad. En zat ik me op Hyves af te vragen waar mijn vrienden waren gebleven. Nu woon ik in een supermodern huis en kijk ik met plezier sciencefictionfilms. 

Ons huis is niet het enige Huis van de Toekomst. Er zijn veel meer van die vooruitkijkers en techno-nerds als mijn vriend. Het is fijn dat Chriet nog lang genoeg geleefd heeft (hij stierf in 2017) om dit mee te maken en dat hij mooi een lange neus heeft kunnen maken naar iedereen die dertig jaar geleden dacht dat hij gek was. Dat heeft ie overigens vast niet gedaan. Hij zat met zijn hoofd natuurlijk al lang weer dertig jaar verder.