Vrouwenlichaam

Laatst was ik op een Pecha Kucha Night in Utrecht, waar elf sprekers in ongeveer zes minuten vertelden over waar ze mee bezig zijn in hun leven. Twee vrouwen vielen me op, omdat hun werkzaamheden voortkwamen uit onzekerheid over hun eigen lichaam. De een probeerde deze onzekerheid te overwinnen door bloempotten en vaasjes te maken in de vorm van vrouwenlichamen. Ze zei hierover: ‘Ik vind die vormen heel mooi, maar waarom vind ik die vormen bij mezelf dan niet mooi?’

De andere (evenzo mooie) vrouw was begonnen aan een fotoproject waarbij ze kunstzinnige foto’s van haar eigen naakte lichaam op Instagram zet. Hiermee wil ze de reactie van anderen peilen én op een andere manier naar haar lijf kijken, dat ze in voorgaande jaren niet kon accepteren als iets dat mooi en zeker niet dat prachtig is. Terwijl het dat natuurlijk wel is.

De vriendin met wie ik was (ook al zo mooi!) hield vroeger ook niet van haar lijf. Na de middelbare school uitte dit zich in een eetstoornis. Ze was niet de enige. In mijn omgeving waren er verschillende meisjes die hun lijf op deze manier onder controle probeerden te houden. Nu liggen er aan een eetstoornis vaak andere, diepere psychologische problemen ten grondslag, maar feit was dat al die meisjes zichzelf niet mooi vonden. Maar het absoluut wel waren.

‘Als ik nu terugkijk naar foto’s van mezelf uit die tijd, begrijp ik er helemaal niets van,’ zei mijn vriendin (nu 41) tijdens de borrel aan het eind van de avond. ‘Ik zag er zo goed uit! Ik heb me ook voorgenomen om me niet meer druk te maken over mijn lichaam. Ik wil niet dat ik over twintig jaar foto’s van nu bekijk om dan te concluderen dat ik er supergoed uitzag en dat ik dat wederom niet doorhad.’

Het gesprek met de fotografe en mijn vriendin ging verder over het hebben van een laag zelfbeeld en hoe dat je leven beïnvloedt. ‘Eigenlijk ben jij de enige vrouw die ik ken die geen problemen heeft met haar lijf,’ zei mijn vriendin opeens tegen mij.

Ha! Ja, dat is wel waar. Mijn lijf is nooit echt een issue geweest. Niet dat ik nu zo’n topmodel ben, maar ik ben gewoon heel tevreden met mijn lichaam. Ik ben er eigenlijk niet zo mee bezig. ‘Ik denk dat dat het komt, doordat mijn moeder ook niet zo met haar lijf bezig was,’ antwoordde ik. Het was het eerste dat in me opkwam en nu ik er wat langer over heb nagedacht, denk ik dat het een heel belangrijk punt is.

Toen ik opgroeide, was mijn moeder, die óók al zo prachtig is, nooit echt heel openlijk bezig met lichamen. Ze zei nooit: ‘Dat moet je niet eten, want dan word je dik.’ Ze stond nooit zuchtend voor de spiegel (althans, niet dat ik weet): ‘Wat heb ik toch een dikke kont’. Ze zei nooit: ‘Dat truitje staat je voor geen meter.’ Lijven waren gewoon zoals ze waren in ons gezin. Het was leuk om daar een mooie set kleren omheen te hangen, zodat het mooiste in je werd benadrukt, maar dat was het dan ook. En daar ben ik mijn moeder heel dankbaar voor.

Heel onze samenleving is doordrenkt van stereotypen die ons vrouwbeeld bepalen. Maar ik denk dat het begint bij de moeders. Als jij jezelf niet mooi vindt, hoe kan je dochter dan ooit zichzelf mooi vinden? Jij bent haar voorbeeld. Haar eerste vrouwbeeld. Ik hoop dat alle moeders dit beseffen en zichzelf opnieuw in dit licht durven te bekijken.