Staycation

Ik werd vanochtend wakker in een tent. In de huiskamer. We zouden dit weekend eigenlijk in de Ardennen zitten met mijn zus, omdat we een milde vorm van bergwandelen op Mila wilden uitproberen. Kijken of ze het leuk vindt om in de toekomst een trektocht in de Pyreneeën te maken. Lekker met een rugzak op door de bergen kuieren. 

Maar ja, de toekomst. Die is wat onzeker op het moment. Voorlopig kunnen we nergens heen, omdat er een onzichtbaar virus op de loer ligt dat gretig overspringt van mens tot mens. Áls je naar buiten gaat, dan moet je minstens anderhalve meter afstand houden. Alle scholen, horecazaken en veel winkels zijn dicht. Alles wat we leuk vinden is dicht. Geen theater, geen bioscoop, geen terrasjes, geen festivals. Wauw. Het is een situatie die een paar weken geleden compleet ondenkbaar was. 

Omdat er de afgelopen drie weken steeds wel iemand liep te hoesten en te sniffen in ons gezin, zijn we drie weken netjes thuisgebleven. Soms gingen we even met een bal naar het speeltuintje om de hoek, maar alleen als er verder niemand was. En ’s middags zaten we op het bankje in onze tuin om vitamine D via onze huid naar binnen te zuigen. Zo heerlijk dat voorjaarszonnetje!

Je zou bijna denken dat het een wrede grap is van de natuur: eerst laat ik het vijf weken achter elkaar regenen en dan, als de zon eindelijk weldadig gaat schijnen, knal ik een virus de wereld in. Mensen die dachten dat ze, veilig weg van alle drukte van de stad, op de stranden toch van die zon konden genieten, kwamen bedrogen uit. Er waren te veel mensen op dit idee gekomen en vervolgens werden ze door iedereen verguist. Tuurlijk, ze hadden thuis moeten blijven, maar als je geen balkon of tuin hebt, kan ik de gedachtegang wel begrijpen. De zon is een vileine verleidster in deze tijden.

De Ardennen waren onbereikbaar, dus verzonnen we iets anders voor ons weekendje weg. We hadden natuurlijk de zoveelste Netflixfilm kunnen kijken, maar voor het vakantiegevoel besloten we de tent in de huiskamer op te zetten. Kamperen in eigen huis: de perfecte staycation.  

Hoewel het enige creativiteit vereist om zonder haringen een tent op te zetten, ontdekten we al gauw allerlei voordelen aan kamperen in de huiskamer. Het is bijvoorbeeld niet moeilijk om een vlak stuk grond te vinden. En daardoor rolt niet iedereen naar één kant midden in de nacht. Ook word je in de ochtend niet gewekt door huilende baby’s of mensen die uitgebreid hun ochtendrochel ten gehore brengen om 6.00 uur. Verder heb je alles bij de hand, want je bent gewoon thuis. Dus van kussen wisselen, een andere pyjama aantrekken of toch dat ene boek erbij nemen: het kan allemaal.

In de tent heerste wel degelijk een kampeergevoel, ook al konden we onze bank zien staan vanaf onze slaapmatjes en ook al piepte de vaatwasser net iets te uitbundig dat ie klaar was (hee, nog een voordeel van thuiskamperen: je hoeft niet af te wassen). Er was zelfs een kleine, grijze tijger die sniffend en mauwend rond onze tent sloop, de klauwtjes in de aanslag om een uitstekende voet of elleboog van buiten de tent aan te vallen. Om de tent te sparen hebben we die tijger gevangen en opgesloten in Mila’s kamer.

We lazen en we kletsten wat voordat we met een afstandsbediening het licht en de verwarming uitzetten en in slaap vielen. Ik werd, net als op de camping, zes keer wakker in de nacht en was ’s ochtends zo stijf als een plank. Ofwel, het coronakampeeruitje was geslaagd.

En nu maar hopen dat we over niet al te lange tijd alsnog naar de Ardennen kunnen. Dat we kunnen gaan en staan waar we willen, kunnen knuffelen wie we willen en dat we in wat voor groep dan ook kunnen genieten van de zon, een optreden of een evenement. Gewoon sámen dingen beleven. En dat er dan niemand ziek wordt.